Vroeg uit de kleren, beginnen kleren, zomertijd
We trekken naar de zee
En iedereen mag mee, met de auto
Een beetje file, in duizend wielen, langzaam aan
We hebben al de tijd
We nemen ons ontbijt, in de auto

refr.:
Kom mee naar de zee
Breng maar je familie en je vrienden mee
Je kan naar Blankenberge, Knokke,
Oostende, De Haan
Waarom zou je naar Spanje gaan
Kom mee naar de zee
Breng maar je familie en je vrienden mee
Je kan naar Middelkerke, Nieuwpoort,
De Panne of Heist
Gek is wie naar Spanje reist

Lekker weertje, gezellig sfeertje, zonneschijn
Eindelijk de zee
Parkeren valt nog mee, dag auto
Pootje baden, bruintjes braden, in de zon
De dag vliegt hier voorbij
Straks is het weeral tijd, voor de auto

refr.(2x)