Ik weet dat ik als kind al vroeg de wens had
Om als een zangeres te leren zingen
Ze zeiden dat ik zeker veel tallent had
Maarja, het is geen tijd meer om te zingen
De mensen zingen niet, ze schreven liever
Ik ken geen liedjes meer, ja hele ouwe
Nog van de kleuterschool, de kinderliedjes

Die we zongen met de armpjes braaf gevouwen
Die liedjes zing ik nog als het zo uitkomt
Ze troosten me zo vaak bij nare dingen
Ik hoef dus niet te huilen of te pruilen
Ik heb altijd wel een liedje om te zingen
Meot dwalen, moet dwalen langs bergen en langs dalen
En daar kwam opeens een jager-jagerman en die heeft er een geschoten

Laatst is bij ons een stoet voorbij getrokken
Ze schreeuwden tegen mij met kwaaie ogen
Zeg op waar zijn ze, zijn ze al vertrooken
Ik hebz e toen maar gauw wat voorgelogen
Klikspaan, boterspaan je mag neit door mijn straatje gaan
Hondje zal je bijten, poesje zal je krabbelen

Ach wat is het koud geworden want de zon die schijnt niet meer
Kille wind waait uit het noorden, toch
Zie ik een grote beer, teddybeer teddybeer

Ik sluip zo'n beetje rond in alle steechen
Maar niemand die me helpt of op me wacht
Zolang ze me maar rustig laten zingen
Zal ik niet huilen ook al wordt het nacht
Alles in de wind, alles in de wind 't is maar een schipperskind
Alles in de wind, alles in de wind 't is maar een schipperskind
Kom hier Roza, je bent mijn zusje, je bent mijn zusje

't Herkenningsfluitje met mijn vriendje Peter
Ik snap niet dat hij maar geen antwoord geeft
Ik fluit hem nou toch al een dag of wat
't lijkt of hij zich verborgen heeft
De uil zit in de olme en Peter ligt op straat koekoek, koekoek

Ik heb eigenlijk geen zin meer om te zingen
Het wordt te erg, mijn voetjes doen te zeer
Ik voel me ook zo vreemd en leeg van binnen
'k Weet ook eigenlijk geen vrolijk liedje meer
Groen is gras, groen is gras onder mijne voeten
'k Heb verloren mijn beste vriend
Komt een vogel gevlogen, vliegt steeds om me heen
Komt van Peter zijn grafje, komt van Peter zijn steen

Lieve vogel blijf bij me, ga niet van me heen
Dan zal ik zacht voor je zingen, dan ben ik neit zo alleen